Misdaad loont
zondag, 27 juni 2010Met enige regelmaat lezen we in de krant dat er een grote criminele organisatie is opgerold. Mensensmokkelaars, mensenhandelaars, drugsdealers en ga zo maar door. Een prachtig resultaat en menig korpschef staat bij het bekendmaken van dergelijk goed nieuws vooraan om de pers te woord te staan.
Maar wat nu als het gepleegde feit minder zwaar van aard is. Een simpele diefstal bijvoorbeeld. Neem nu het volgende incident. In mijn auto wordt ingebroken. Natuurlijk kunnen we in deze tijden via internet aangifte doen. Na alle gegevens via internet verstrekt te hebben hoorde ik een kleine twee uur later mijn email programma waarschuwen voor een nieuw ontvangen bericht. Jawel, daar was mijn aangifte. Maar wat schetst mijn verbazing, ook een brief waarin vermeld stond dat er onvoldoende aanknopingspunten waren voor verder onderzoek. TWEE UUR na het melden.
Natuurlijk weet ik dat dit inmiddels een geaccepteerde gang van zaken is maar moeten we dit wel accepteren. De kern van een effectief afschrik beleid is het consequent opleggen van een stevige straf. En om over te gaan tot het straffen van iemand is een verdachte en daarmee dus een stevige opsporingscomponent nodig. Alleen handhaven gaat niet werken daar de kans iemand op heterdaad te betrappen bijzonder klein is.
Zolang we deze opsporingscomponent niet hebben, hebben plegers van kleine criminaliteit dus vrij spel in Nederland. Hier is de oplossing. Maak iedere gemeente verantwoordelijk voor een aantal kleine, veelvoorkomende feiten. De gemeente kan vervolgens een aantal buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst nemen die zich bezig houden met de opsporing van daders van kleine criminaliteit. Dit ontlast de politie en creëert werkgelegenheid.
Aangezien deze problematiek nog steeds niet is opgelost een rode kaart voor het ministerie van Binnenlandse zaken